Af en toe maak ik een ommetje door mijn buurt. Soms rennend maar vaker wandelend. Bij voorkeur in de ochtend. Laatst stapte ik tijdens zo’n ochtendwandeling in de hondenpoep.
Van kattenpoep heb je als wandelaar weinig te vrezen, immers alle katten poepen in mijn voortuin.
Het gebeurde omdat ik een hond wilde ontwijken.
Van kattenpoep heb je als wandelaar weinig te vrezen, immers alle katten poepen in mijn voortuin, daar komt de gemiddelde wandelaar niet snel. Vogelpoep valt ook best mee, vaak gaat dat net goed, dat suist langs je oor of landt net voor je fiets.
Het is natuurlijk allemaal de schuld van de hondenbaasjes, dat weet ik ook wel. Zo’n baasje moet de hond temmen en de poep opruimen (lijkt mij een van de hoofdredenen om geen hond te nemen trouwens).
Wat heb ik tegen honden:
- Een hond is over het algemeen veel te enthousiast.
- Een hond kan bijna onophoudelijk blaffen.
- Een hond meurt keihard.
- Een hond bijt.
- Een hond.
Een hulphond is natuurlijk fantastisch.
Net als ik heb besloten alle honden over een kam te scheren, kom ik tijdens een van mijn ochtendwandelingen een vrouw met een blindengeleidehond tegen. Alsof ze hebben afgesproken om mij te laten zien dat ik niet alle honden hoef af te schrijven. Een hulphond is natuurlijk fantastisch. Ik pas mijn allergie aan, van: HONDEN naar: GEWONE HONDEN.
Er duiken honden op in mijn werk. Al jaren lang. Ik durf het nu wel de wereld in te gooien. De hond is ook een beetje mijn muze, want met een allergie moet je leren leven, toch?